Antwoord:
In een proces is het "probleem weten" -> "hoofdvraag bedenken" -> "theorie lezen voor het probleem in het algemeen" -> "theorie over jouw specifieke situatie" -> "deelvragen opstellen".
Vanuit het probleem en de hoofdvraag "hoe wordt je betrouwbaar" ga je lezen over je centrale thema, bijvoorbeeld "werken volgens processen/procesmanagement".
Al lezend zie je dat er onderscheid is tussen de verschillen vormen en uitingen van procesmanagement, je kan het voor verschillende dingen gebruiken.
Kijkend naar jouw situatie kies je een van de manieren, want (en dat leg je uit) dat is logisch... dus bijvoorbeeld "procesmanagement gebruiken iets 99,9999999% van de keren op dezelfde manier te doen".
In je literatuur ga je dan kijken wat mensen daar over schrijven. En dan blijken bijvoorbeeld (!) de kleur van het papiertje, de dag van de week en het humeur van de persoon van belang te zijn. (dit komt dus uit de literatuur, meneer A zegt dat het humeur van belang is want ...)
"Hoe wordt je betrouwbaar?" heeft dus een antwoord dat samenhangt met kleur / dag / humeur. Jouw deelvragen hebben dat dus betrekking op kleur / dag / humeur.
Door je deelvragen te onderzoeken, krijg je dan zicht op de steentjes die samen het antwoord op de hoofdvraag maken.